

Algemeen
Van gietijzer tot keramiek
Tijdens de Belgische revolutie in 1830 en in de periode van opstanden daarna (1830-1839) bezat de familie BOCH al een lange traditie op het vlak van de faience en veel strategische ervaring bij het inspelen op politieke en economische ontwikkelingen. Ze bouwde die knowhow op vanaf 1748, het jaar waarin François BOCH besluit het beroep van vormgieter in gietijzer op te geven om keramiek te vervaardigen in Audun-le-Tiche (Lotharingen), bijgestaan door zijn schoonzoon Pierre Valette en met de hulp van zijn drie zonen.
Ze besluiten simpele stukken te produceren, goedkoop en naar ieders smaak, gemaakt met leem die uit Luxemburg kwam. François Boch overlijdt in 1854 en de faiencefabriek wordt overgenomen door zijn drie jonge zonen, Jean-François en Dominique, tweelingen van 19 jaar, en Pierre-Joseph, de jongste van 17 jaar.
De geboorte van een Internationaal Faience-imperium
Lotharingen wordt in 1765 Frans grondgebied en de drie broers verkrijgen een dubbele nationaliteit, de Franse en de Luxemburgse.
Door de vrees voor de concurrentie van de Franse faiencefabrieken, en met hulp van de decentralisatiepolitiek van Maria-Theresia van Oostenrijk, bekomen ze in 1766 de toestemming tot het oprichten van een faiencefabriek nabij Luxemburg met aantrekkelijke belastingvoorwaarden. De stad Luxemburg verhuurt hen een onvruchtbaar stuk land, weliswaar met 7 bronnen. De nieuwe fabriek wordt er in 1767 opgericht in een gunstig arbeidersklimaat: de meerderheid van het personeel van Audun-le-Tiche is de familie Boch immers gevolgd.
De fabriek krijgt de naam “Jean-François Boch et frères” die de naam van de oudste van de 3 broers onder de aandacht brengt, en de broer is die de leiding op zich neemt. Dominique houdt zich bezig met de supervisie van de productietechnieken en Pierre-Joseph staat in voor de leiding van de productie. Tien jaar later, in 1777, stelt de fabriek 100 personen te werk, aantal dat tot 300 stijgt in 1782. In 1792 wordt Pierre-Joseph de enige eigenaar van Septfontaines, de tweelingbroers hebben immers geen nageslacht.
De Franse revolutie en de bezetting van Luxemburg door de Franse troepen herschapen de fabriek in een ruïne, maar Pierre-Joseph staat in voor de restauratie en de nieuwe start van de onderneming, geholpen door leningen en door de arbeiders die geleidelijk terugkomen. Pierre-Joseph, en zijn zoon Jean-François nog meer, waren vernieuwers. Ze installeren ovens van grote capaciteit met klein brandstofverbruik, voeren sociale vernieuwingen in, zijn de eersten om steenkool te gebruiken in plaats van hout, introduceren het bedrukken van faience…
Daarnaast werkt Jean-François, om het hoofd te bieden aan het Frans embargo van Engelse producten, die opgeleid was tot scheikundige en fysicus aan de Centrale School in Parijs, productiemethodes uit voor het maken van lood- en kobaltoxides. In 1806 huwt Jean-François met Anne Marie Rosalie Buschman, dochter van een rijke Ardeense leerlooier. In 1809 koopt hij de oude gebouwen, die bovendien in slechte staat zijn, van de Benedictijnerabdij in Mettlach aan de Saar om er een faiencefabriek in onder te brengen, maar moet tot 1812 wachten op de nodige toestemmingen.
Het Congres van Wenen verleent Luxemburg de status van Groothertogdom, persoonlijk toegekend aan Willem, koning van de Nederlanden. Septfontaines verliest de Hollandse en Franse markt door de strenge douanerechten.
Pierre-Joseph Boch overlijdt in 1818. Zijn zoon Jean-François en zijn schoonzoon Bonaventure Dutreux (die zal overlijden in 1829) verdelen de eigendom in Septfontaines. In 1829 neemt Jean-François zijn intrek in Septfontaines, en laat zijn oudste zoon Eugène (Eugen) de leiding in Mettlach overnemen.
Hij wordt daardoor ook beheerder van de faiencefabrieken van Mettlach en Vaudrevange in Saar, hij leidt de fabrieken van Eich, Echternach en Septfontaines en hij is eigenaar gebleven van Audun-le-Tiche in Lotharingen. Dit bedrijf werkt twee jaar later samen met de Société d’Industrie Luxembourgeoise, belangrijke holding, die de faiencefabrieken van Eich en Echternach zal opslorpen. Daarnaast zijn Jean-François Boch, Nicolas Villeroy en een derde vennoot, Auguste Jaunez, de geldschieters bij de oprichting van een nieuw bedrijf “Paul Utzschneider & Cie”, in 1838.
De porseleinfabriek in Sarreguemines kan zich hierdoor ontwikkelen. Bijkomend gegeven, zijn zoon Eugène is gehuwd met Octavie Villeroy en zijn dochter Wilhemine is gehuwd met Jean-Baptiste Nothomb, Luxemburger van geboorte, maar één van de meest actieve personages bij de oprichting van het onafhankelijk België (JECK, 2005).
De geboorte van de Belgische tak van het Faince-imperium
Enige domper op de vreugde: de Belgische revolutie van 1830 en de gevolgen ervan. In die tijd leek de toekomst van de Luxemburgse faiencefabrieken, geleid door Jean-François Boch, niet rooskleurig.
Het Belgisch-Hollands Verdrag der XXIV artikelen dat Willem, koning der Nederlanden, uiteindelijk toch wilde ondertekenen, splitste immers het Groothertogdom Luxemburg af van België. Met de ondertekening van het Verdrag der XXIV artikelen in Londen in 1839 en de voorspelbare toetreding van Luxemburg tot de douane-unie (Zollverein) die de Pruisen in 1834 ingesteld hadden, zou Septfontaines wellicht de Belgische markt kwijtspelen (Willem II, zijn zoon, in zijn hoedanigheid van Groothertog, trad inderdaad in 1842 toe tot het Zollverein, de douane-unie onder de knoet van Pruisen).
De fabriek die er opgericht werd onder leiding van Victor Boch zal de naam « Keramis » dragen, misschien als eerbetoon aan de Atheense pottenbakkers en ter nagedachtenis aan de oorspronkelijke pottenbakkerijen aldaar. In 1844 wordt de vennootschap onder firma “BOCH Frères” opgericht. De drie stichters ervan zijn Eugène BOCH, zijn jongere broer Victor en hun schoonbroer Jean-Baptiste NOTHOMB. Die vennootschap onder firma zal verschillende entiteiten beheren: naast BOCH Frères, ook nog Septfontaines tot in 1855, dat dan afgestoten wordt om VILLEROY & BOCH te worden, en van 1851 tot 1891 de faiencefabriek die BOCH gekocht heeft in Doornik.
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Nam rhoncus tellus eu nunc pharetra, in dapibus orci volutpat. Aliquam nec dolor pretium, euismod ante eget, fringilla ligula.